Terugblik: Hoe beelden en vormen onze wereld kleuren

donderdag 24 september 2009

Terwijl de avond langzaam donkerrood kleurt, op een van de eerste herfstdagen van het jaar, begint de 11e editie Onbegane Grond in Meneer de Wit in Amsterdam-West met een presentatie van het fotodocument “De buurman, z’n ex en de eigenaar van de wasserette” van fotograaf Maarten Tromp. Hij laat een selectie van de foto’s uit dit boek zien en vertelt –eerst nog bedeesd- over de achtergronden van dit project.

Zijn idee voor het boek ontstaat een aantal jaren geleden, als de negatieve berichtgeving over de wijk in de media in korte tijd toeneemt. Moorden en straatterreur maken de Indische buurt onleefbaar, als hij de kranten en reportages moet geloven. Gaat dit werkelijk over de plek waar hij woont en die hij kent?

Hij besluit een alternatief beeld te laten zien en dat tegenover die negatieve berichtgeving te stellen. De straatbeelden die hij in twee en een half jaar maakte, zijn prachtig en bevatten vaak een dubbele laag: een politieman die een man bij z’n kraag vat/een lachende man in uniform naast een oudere ietwat beduusd kijkende heer, donkere mannen met knuppels komt uit de struiken tevoorschijn/een groepje cricketers loopt in het Flevopark, een moslim naast een blanke vrouw/een man met baard in traditionele kledij naast een dame van middelbare leeftijd.

De beelden en woorden leiden snel tot discussie. Wat is nu precies het beeld wat Maarten ons wil laten zien is een vraag die verschillende keren wordt gesteld. Maarten, nu uitgesprokener, wil weten wat wij zien. Want in dit project, zo betoogt hij, laat hij de kijker bepalen wat er te zien is. Als gevolg daarvan krijgen vooroordelen de kans om naar de oppervlakte te komen. Zie ik een buurt waar alleen maar problemen zijn of groepjes hangjongeren waar ik in een grote boog omheen loop? Of zie ik een buurt met een schoonheid in diversiteit en een bruisend leven op straat?

Na de pauze neemt filosoof Ronald Hünneman het woord met een lezing over het essentialisme in het (Westerse) denken. Hij neemt ons als eerste mee naar de gedachten van de oude filosofen Plato en Aristoteles. Plato, zo vertelt hij, dacht dat er buiten de waarneembare wereld om ons heen, een zogenaamde Ideeënwereld is waarin de Ideeën van alle dingen bestaan.

Deze zogenaamde Ideeën of oerbeelden zijn onveranderlijk. Dit in tegenstelling tot de voorwerpen om ons heen; die aan voortdurende verandering onderhevig zijn en die hun afgeleide ‘bestaan’ danken aan de Ideeën. Wat een mens een mens maakt of een paard een paard, zo dacht Plato, is de Idee Mens en de Idee Paard. Niet lang daarna kwam Aristoteles met een alternatieve gedachte hierover. Terwijl bij Plato de idee van dingen buiten die dingen zelf bestaat, was de gedachte van Aristoteles dat de dingen een essentie hebben, die binnenin in de dingen zelf zit. Datgene wat een mens een mens maakt of een paard een ligt in de mens en in het paard besloten, en bevindt zich niet daarbuiten. Kort gezegd werd deze grondgedachte van “essentialisme” populair. Het werd opgenomen in het Westerse, christelijk denken, en het islamitische denken.


Bevlogen zet Ronald vervolgens uiteen dat een belangrijk en radicaal gevolg van dit essentialistische denken het generisch taalgebruik is. Dit kennen we anno nu nog altijd: we hebben de neiging te praten in algemene termen als bijvoorbeeld de vrouw is… en de man is …, alsof er een ondeelbare essentie bestaat die in elke vrouw of in elke man of elk ander persoon of concept aanwezig is. Boeken als Mannen komen van Mars en Vrouwen komen van Venus, maar ook de retoriek van politici als Wilders drijft op essentialistisch denken. En hoe krachtig is het wel niet? Maakt essentialisme de wereld om ons heen niet een stukje beter te begrijpen? Maakt het ingewikkelde zaken niet een stuk simpeler als we denken in termen als de man, de vrouw, de buurt en de allochtoon.

Essentialistisch denken doet echter vooral veel mensen te kort doet, zo gaat Ronald verder. Daarom is het belangrijk -hoe moeilijk dat ook is- in verzet te komen tegen essentialistisch denken. Te vechten tegen een onwenselijke en risicovolle versimpeling van de werkelijkheid. Het prikkelt het publiek tot een levendige discussie. Hardop wordt de vraag gesteld of we er werkelijk iets mis is met overmatige generalisaties en of we ons daar überhaupt tegen kunnen verzetten.

Hoe onmogelijk dat ook lijkt, besluit Ronald zijn lezing, kennis, wetenschap, muziek, literatuur en internet zijn in staat je een genuanceerder beeld van de werkelijkheid te geven. Het project van Maarten duidt hij als zo’n daad van verzet. Als een antwoord op een valse karikatuur van een buurt waar onder een laag van vooroordelen en stereotyperingen iets anders te zien valt. En wat er dan te zien is, dat is aan de kijker.

De gehele presentatie van Ronald is te bekijken door hier te klikken.

Tot slot vind je hieronder de links voor de website van Maarten Tromp:
www.maartentromp.net
en de website van Ronald Hünneman:
www.liaturches.nl

0 reacties:

Een reactie posten